De grootste risico’s voor sociale ondernemingen

Positief. Toekomstgericht. Kansen pakken. Met die goedgemutste blik kijken ondernemers meestal naar de wereld. Als Code Sociale Ondernemingen delen we dat optimisme graag. Toch is ondernemen ook anticiperen op risico’s. Vergeef ons daarom dit uitstapje met een iets minder roze bril. We moeten het namelijk écht even hebben over de grootste risico’s voor sociale ondernemingen – al kun je natuurlijk ook daarin weer kansen zien!
Impact first. Een duidelijker onderscheid tussen een ‘gewone’ en een sociale onderneming is er niet. Of het nu gaat om arbeidsparticipatie, duurzaamheid, eerlijker handel: een sociale onderneming streeft áltijd een maatschappelijk doel na. Waar een reguliere onderneming ‘winst’ en ‘verlies’ doorgaans uitdrukt in euro’s of een andere munteenheid, drukt een sociale onderneming die begrippen uit in ‘maatschappelijke impact’.
Als sociale onderneming bestaat je kapitaal dus vooral uit je impact en minder uit wat je op de bank hebt staan. Risico’s die specifiek voor sociale ondernemingen gelden, hebben dan ook vooral betrekking op die impact: alles wat je impact raakt, raakt je kapitaal.
‘Failliet’
Daar heb je in eerste instantie zelf invloed op. Je moet natuurlijk wel daadwerkelijk impact realiseren. Ook is impact niet altijd per se positief: als bij jouw productieproces milieuschade ontstaat of als er sprake is van slechte arbeidsomstandigheden, zorg je voor negatieve impact. En als je structureel vrijwel geen – of zelfs negatieve – impact realiseert, kun je jezelf niet meer met goed fatsoen een ‘sociale onderneming’ noemen; je faalt namelijk om je meest fundamentele taak, de kern van je onderneming, te realiseren. In feite ben je dan als sociale onderneming ‘failliet’.
Zodra dat besef doordringt tot de banken, fondsen, investeerders, partners en afnemers die júíst vanwege je maatschappelijke missie met je in zee zijn gegaan, zullen zij zich vroeg of laat van je afkeren – en kan je faillissement als sociale onderneming wellicht ook tot een financieel faillissement leiden.
Het is daarom van groot belang je impact goed in kaart te brengen en uit te dragen; het is immers je kapitaal. Je voorkomt zo ook dat je jezelf tekort doet; wie weet ben je ‘rijker’ dan je denkt, omdat je meer impact realiseert dan je in beeld hebt. Daarnaast helpt inzicht in je impact je om, als de resultaten achterblijven bij de verwachtingen, tijdig bij te sturen.
Geloofwaardigheid
Daarbij is de uitdaging dat een winst- en verliesrekening van maatschappelijke impact veel minder concreet is dan eentje van ontvangen en uitgegeven euro’s; die laatste zijn letterlijk te tellen en daarmee makkelijk controleerbaar. Daarom wordt aan zo’n financiële winst- en verliesrekening, ‘creatieve’ boekhouders daargelaten, een grote geloofwaardigheid toegekend.
Een geloofwaardige impactwinst- en verliesrekening is moeilijker te maken. Deels heb je daar zelf invloed op: door helder, open en eerlijk te vertellen wat je doet en waarom, is al een hele wereld gewonnen. Maar er is ook een deel waar jij in je eentje minder invloed op hebt. Termen als ‘sociaal ondernemen’ en ‘sociale impact’, de principes die daarbij horen en de methoden om impact te meten, krijgen namelijk alleen écht betekenis als genoeg mensen ze onderschrijven.
Daar wringt de schoen. Neem bijvoorbeeld deze bevinding uit de Noord-Nederlandse Innovatiemonitor 2021, een onderzoek waaraan 697 Noord-Nederlandse midden- en kleinbedrijven hebben meegedaan: “Van de deelnemende bedrijven ziet 7 van de 10 zich als een sociale onderneming die gericht inspeelt op maatschappelijke uitdagingen.” Dit doen zij vooral met innovaties op het gebied van duurzame energie.
Hartstikke mooi. Maar bestaan deze bijna 600 mkb’ers ook daadwerkelijk om impact te realiseren? Of zijn dit ondernemingen die bestaan om financieel winst te maken en hebben ze als bijproduct milieu-innovaties geïntroduceerd? Of nou ja, innovaties? Dat meervoud is misschien wat overdreven. Per onderneming is er “ten minste één” innovatie, aldus het rapport.
Aan inflatie onderhevig
Iedere sociale onderneming zou zich zorgen moeten maken dat gewone ondernemingen zich ook zo noemen. Want als íédereen sociale onderneming is, ook zonder impact first te zijn, is uiteindelijk níémand dat meer. We zeggen in zo’n geval niet voor niets dat een begrip ‘aan inflatie onderhevig’ is; de waarde van de term ‘sociale onderneming’ verdampt en daarmee ook die van de bijbehorende principes. Het wordt dan veel moeilijker om je nog geloofwaardig te onderscheiden; om in die hele grijze massa aan zogenaamde ‘sociale ondernemingen’ nog over te brengen dat jij anders bent, dat impact maken daadwerkelijk de kern van je activiteiten is.
Uiteindelijk is dat waar de vijf principes van de Code om draaien. Van het vastleggen van de missie, de dialoog met stakeholders, zorgvuldig en in overleg afgewogen financiën tot de implementatie en invulling geven aan transparantie: het is allemaal gericht op erkenning en herkenning van sociale ondernemingen, op het bewaken en versterken van hun geloofwaardigheid – en uiteindelijk op het beschermen en versterken van je impact, dus je kapitaal.
Hoe?
Daar gaan we de komende weken dieper op in, te beginnen met principe nummer één: de missie.