Principe 2: Meting
Er wordt gemeten welke impact is behaald

Een sociale onderneming werkt vanuit een duidelijke visie, missie en strategie. En om geloofwaardig te laten zien wat de onderneming bereikt, moet de impact ook meetbaar zijn. Daarom wordt deze vertaalt naar meetbare doelstellingen. Dat betekent dat helder is welke middelen worden ingezet (inputs), welke activiteiten worden ondernomen, wat dat concreet oplevert (outputs) en – waar mogelijk – welke veranderingen teweeg worden gebracht (effecten). Een hulpmiddel hierbij is bijvoorbeeld een Theory of Change of het Impactpad.
Impactmeting in de praktijk
Om de voortgang zichtbaar te maken, wordt ieder jaar een impactrapport opgesteld. Daarin wordt minimaal het primaire impactgebied beschreven en concreet vastgelegd welke outputs er door de onderneming zijn gerealiseerd. Dat is het meetniveau dat hoort bij niveau 3 van het Impactpad. Bij outputs op niveau 3 van het Impactpad kan worden gedacht aan: hoeveel mensen een training hebben gevolgd, hoeveel producten zijn hergebruikt of hoeveel uren begeleiding zijn gegeven.
Naast het meten van eigen resultaten is er ook oog nodig voor mogelijke keerzijden. Daarom geldt het do-no-harm principe: je doet er alles aan om negatieve neveneffecten voor mens en milieu te voorkomen of te minimaliseren. Dit principe is onderdeel van de intentieverklaring die wordt ondertekend bij aanmelding voor het Register.
Klaar om je impact te meten en te delen?
Wil jij laten zien dat jouw onderneming, naast ambitie, ook aantoonbare resultaten heeft? Meld je dan aan voor opname in het Register Sociale Ondernemingen.